Hymnen
Het voordragen van uw schoonheid, verbaasde mij, o Maria dochter van David. En om uw verhaal te vertellen, daartoe was ik niet in staat, o heilige Maagd.
U bent de gezegende onder de vrouwen, o Maria dochter van David. En gezegend is de vrucht van uw schoot, zei Elizabeth.
Zalig bent u, alsmede uw voorvaderen, o Maria dochter van David. En zalig is hij die u te allen tijde zalig verklaard.
De hemellingen en de aardlingen, o Maria dochter van David, zijn in vreugde op de dag van uw nagedachtenis. Moge uw gebed hulp voor ons zijn.
ܐܶܬܢܶܐ ܫܽܘܦܪ̈ܰܝܟܝ̱ ܬܳܗܰܪ ܐ̱ܢܳܐ܇ ܡܰܪܝܰܡ ܒܰܪܬ̣ ܕܰܘܝܕ܇ ܘܕܶܐܡܰܪ ܫܰܪܒܶܟ̣ܝ̱ ܠܐ ܡܨܶܐ ܐ̱ܢܳܐ܇ ܒܬ̣ܽܘܠܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ܀
ܒܪܺܝܟ̣ܬܳܐ ܒܢܶܫ̈ܶܐ ܐܰܢ̱ܬܝ̱ ܐܺܝܬ̣ܰܝܟܝ̱܇ ܡܰܪܝܰܡ ܒܰܪܬ̣ ܕܰܘܝܕ܇ ܘܰܒܪܺܝܟ ܦܺܐܪܳܐ ܕܰܒܟܰܪܣܶܟ̣ܝ̱܇ ܐܶܡܪܰܬ̣ ܐܶܠܺܝܫܒܰܥ
ܛܽܘܒܰܝܟܝ̱ ܐܳܦ ܠܶܟ̣ܝ̱ ܘܠܰܐܒܳܗܰܝ̈ܟܝ̱܇ ܡܰܪܝܰܡ ܒܰܪܬ̣ ܕܰܘܝܕ܇ ܘܛܽܘܒܰܘܗ̱ܝ̱ ܠܰܐܝܢܳܐ ܕܰܒܟܽܠܫܳܥ܇ ܛܽܘܒܳܐ ܝܳܗܒ ܠܶܟ̣ܝ̱܀
ܫܡܰܝ̈ܳܢܶܐ ܥܰܡ ܐܰܪ̈ܥܳܢܶܐ܇ ܡܰܪܝܰܡ ܒܰܪܬ̣ ܕܰܘܝܕ܇ ܚܳܕܶܝܢ ܒܝܰܘܡܳܐ ܕܕܽܘܟ̣ܪܳܢܶܟ̣ܝ̱܇ ܨܠܽܘܬ̣ܶܟ̣ܝ̱ ܬܥܰܕܰܪ ܠܰܢ܀