Hymnen
Een jonge duif draagt de oude adelaar. Zij draagt hem en prijst hem met prachtige liederen. O, rijke Zoon, U hield ervan om in een klein nest te leven. U, die stem aan harpen gaf die als zuigelingen worden gewild en worden bedaard; laat mij voor u zingen. Laat mij voor u met de harpen zingen die de Cherubijnen melodieën geven.
ܝܰܘܢܳܐ ܛܠܺܝܬܳܐ ܛܥܺܝܢܳܐ ܠܶܗ ܠܢܶܫܪܳܐ ܥܰܬܺܝܩ ܝܰܘܡܳܬܳܐ: ܛܥܺܝܢܳܐ ܠܶܗ ܘܙܳܡܪܳܐ ܫܽܘܒܚܳܐ: ܒܢܽܘܨܪ̈ܳܬܳܐ ܚܰܒܺܝܒܳܬܳܐ: ܐܳܘ ܒܰܪ ܥܰܬܺܝܪܳܐ ܕܰܒܩܶܢܳܐ ܙܥܽܘܪܳܐ ܫܦܰܪ ܠܳܟ ܕܶܬܬܪܰܒܶܐ: ܐܳܘ ܩܺܝܬܳܪ ܩܳܠ̈ܶܐ ܕܫܰܬܺܝܩ ܐܰܝܟ ܫܰܒܪܳܐ ܦܩܽܘܕ ܠܺܝ ܘܐܶܙܡܰܪ ܠܳܟ: ܒܟܶܢܳܪܳܐ ܕܰܡܙܺܝܥ ܪܶܬܡܶܗ ܠܰܟܪܽܘܒܶܐ ܨܒܺܝ ܘܶܐܡܰܠܶܠ ܠܳܟ܀