Hymnen
Laten wij Maria lofprijzen, die beroemd werd onder haar volk. Haar glorie werd groter alsmede haar ter nagedachtenis. Ieder zingt haar lof toe. Maria zeide: "Alle volkeren prijzen mij gelukkig, wie is het toch dat ik in mij draag?" Laten wij haar lof geven, daar zij ons heeft uitgenodigd. Dit zal zelfs de scherpzinnigen verassen.
ܬܰܘ ܢܺܐܡܰܪ ܛܽܘܒܶܝܗ̇ ܠܗܳܝ ܡܰܪܝܰܡ. ܡܓܰܙܰܝܬܳܐ ܕܥܶܬܪܰܬ̣ ܒܒܰܪ ܡܳܪܳܗ̇܇ ܪܰܒ ܛܽܘܒܳܗ̇ ܘܰܫܒܺܝܚ ܕܽܘܟ̣ܪܳܢܳܗ̇܇ ܘܟܽܠ ܥܰܡ̈ܡܺܝܢ ܢܰܘܪܒܽܘܢ ܠܩܽܘܠܳܣܶܝ̈ܗ̇. ܗܺܝ ܡܰܪܝܰܡ ܐܶܡܪܰܬ̣܇ ܕܠܺܝ ܢܶܬ̣ܠܳܢ ܛܽܘܒܳܐ܇ ܟܽܠܗܶܝܢ ܫܰܪ̈ܒܳܬ̣ܳܐ܇ ܠܡܰܢܽܘ̣ ܛܥܺܝܢܳܐ ܐܢܳܐ܇ ܢܶܬܶܠ ܠܳܗ̇ ܛܽܘܒܳܐ ܕܙܰܡܶܢܬܰܢ. ܕܐܳܦ ܗܳܕܶܐ ܚܰܘܒܬ̣ܳܐ ܗ̱̇ܝ ܠܦܳܪ̈ܽܘܫܶܐ܀