Hymnen
De poorten van God zijn altijd vervuld van genade en hij die erop klopt, zal de Heer verhoren. De dief, de tollenaar en de zondares hebben getuigd dat door hun tranen hun schulden werden vergeven. Halleluja, halleluja, vergeef ons, oh Verlosser van de wereld, zoals U ook hen heeft vergeven.
Heer, tot U komen wij en op Uw deur kloppen wij. De vragen van ons allen worden door U beantwoord. Wie vraagt zal ontvangen en wie zoekt zal vinden. Wie op de deur van genade klopt, zal voor hem open gedaan worden. Halleluja, halleluja, gezegend is Hij die Zijn deuren heeft geopend voor de zondaars die berouw hebben getoond.
ܬܰܪܥܶܗ ܕܰܐܠܳܗܳܐ : ܟܽܠܫܳܥ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܡܠܶܐ. ܘܰܐܝܢܳܐ ܕܢܳܩܶܫ ܒܶܗ: ܥܳܢܶܐ ܠܶܗ ܡܳܪܝܳܐ. ܣܳܗܶܕ ܓܰܝܳܣܳܐ: ܘܡܳܟܣܳܐ ܘܚܰܛܳܝܬܳܐ. ܕܰܒܝܰܕ ܕܶܡܥܰܝ̈ܗܽܘܢ: ܚܰܘܒܰܝ̈ܗܽܘܢ ܐܶܫܬܒܶܩܘ̱: ܗ̄ܘܗ̄ ܫܒܽܘܩ ܠܰܢ ܐܰܟܘܳܬܗܽܘܢ ܦܳܪܽܘܩܶܗ ܕܥܳܠܡܳܐ܀
ܠܘܳܬܳܟ ܡܳܪܝ ܢܺܐܬܶܐ: ܘܰܒܬܰܪܥܳܟ ܢܶܩܽܘܫ. ܫܶܐܠܳـ̈ܬܳܐ ܕܟܽܠܰܢ ܡܶܢܳܟ ܡܶܬܝܰܗ̈ܒܳܢ. ܕܫܳܐܶܠ ܓܶܝܪ ܢܳܣܶܒ. ܘܰܕܒܳܥܶܐ ܡܶܫܟܰܚ. ܘܰܕܢܳܩܶܫ ܒܬܰܪܥܳܐ ܕܪ̈ܰܚܡܶܐ: ܩܕܳܡܰܘܗܝ ܦܬܺܝܚ ܗ̄ܘܗ̄ ܒܪܺܝܟ ܕܰܦܬܺܝ̣ܚ ܬܰܪܥܶܗ ܠܚܰܛܳܝ̈ܶܐ ܕܬܳܝܒܺܝܢ܀