Boeken
Eerste
Tot U, o Heer, hef ik mijn ziel op. Halleluja. Mijn God op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden.
Tweede
Hoor mijn woorden, o Heer, en begrijp mijn klagen. Halleluja. Luister naar mijn hulpgeroep, o mijn koning en mijn God.
Derde
In mijn hart wellen de juiste woorden op, halleluja, mijn gedicht spreek ik uit voor de koning.
Vierde
De rechtvaardige zal groeien als een palmboom; halleluja, hij zal wassen als een cederboom op Libanon.
Vijfde
Heer hoor mijn gebed, halleluja, en laat mijn geroep tot U komen.
Zesde
Welzalig is hij, wiens overtreding vergeven, halleluja, en zonde bedekt is.
Zevende
Mogen Uw priesters zich bekleden met gerechtigheid, en Uw gunstgenoten juichen. Halleluja. Wijs omwille van David, uw dienaar, het verzoek van uw gezalfde niet af.
Achtste
Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, halleluja, ontfermt Zich de Heer over zij, die Hem vrezen.
ܩܕܡܝܐ
ܠܘܳܬ̣ܳܟ ܡܳܪܝܳܐ ܢܰܦܫܝ̱ ܐܰܪܺܝܡܶܬ̣ ܗ̄ܘܗ̄ ܐܰܠܗܝ ܒܳܟ ܣܰܒܪܶܬ̣ ܠܐ ܐܶܒܗܰܬ܀
ܬܪܝܢܐ
ܡܶܠܰܝ̈ ܨܽܘܬ ܡܳܪܝܳܐ ܘܐܶܣܬܰܟܰܠ ܒܰܗܓܳܝ ܗ̄ ܘܨܽܘܬ ܠܩܳܠܐ ܕܰܓܥܳܬ̣ܝ ܡܰܠܟܝ̱ ܘܰܐܰܠܗܝ̱܀
ܬܠܝܬ̣ܝܐ
ܐܰܒܰܥ ܠܶܒܝ ܦܶܬܓ݂ܳܡ̈ܶܐ ܛܳܒ̈ܐ ܗ̄ ܘܺܐܡܰܪ ܥܒܳܕ̈ܰܝ ܠܡܰܠܟܳܐ܀
ܪܒܝܥܝܐ
ܙܰܕܺܝܩܳܐ ܐܰܝܟ ܕܶܩܠܐ ܢܰܦܪܰܥ ܗ̄ ܘܐܰܝܟ ܐܰܪ̈ܙܶܐ ܕܠܶܒܢܳܢ ܢܰܫܘܰܚ܀
ܚܡܝܫܝܐ
ܡܳܪܝܳܐ ܫܡܰܥ ܨܠܽܘܬ̣ܝ̱ ܗ̄ ܘܰܓܥܳܬ̣ܝ̱ ܠܘܳܬ̣ܳܟ ܬܶܥܽܘܠ܀
ܫܬܝܬ̣ܝܐ
ܛܽܘܒܰܘܗܝ ܠܡܰܢ ܕܐܶܫܬܒܶܩ ܠܶܗ ܥܰܘܠܶܗ ܗ̄ ܘܐܶܬܟܰܣܺܝܘ ܠܶܗ ܚܛܳܗ̈ܰܘܝ܀
ܫܒܝܥܝܐ
ܟܳܗ̈ܢܰܝܟ ܢܶܠܒܫܽܘܢ ܙܰܕܺܝܩܽܘܬܳܐ ܘܙܰܕܺܝ̈ܩܰܝܟ ܫܽܘܒܚܳܐ ܗ̄ܘܗ̄ ܡܶܛܽܠ ܕܰܘܺܝܕ ܥܰܒܕܳܟ ܠܐ ܬܰܗܦܶܟ ܐܱܦܰܘ̈ܗܝ ܕܰܡܫܺܝܚܳܟ܀
ܬܡܝܢܝܐ
ܐܰܝܟ ܕܰܡܪܰܚܶܡ ܐܰܒܳܐ ܥܰܠ ܒܢܰܝ̈ܳܐ ܗ̄ ܡܪܰܚܶܡ ܡܳܪܝܳܐ ܥܰܠ ܕܳܚܠܰܘ̈ܗܝ܀