Hymnen
Zoals ijverige handelaren zijn de martelaren nedergedaald naar de strijd der marteling. Zij hebben bloed van hun aangezicht vergoten om te handelen in geestelijke belangen. Het leven hebben zij voor de dood verruilt, alsmede rust voor leed. Zij hebben de dood meer lief dan het tijdelijke leven. Terstond verblijven zij in het Koninkrijk. Zij zijn gasten voor hem, de Zoon van de Koning. En de bruidsjonkers zijn besprenkeld in bloed. En ten tijde van hun feest, roepen wij en zeggen wij: “Heer, elk lofprijs komt u toe.”
ܐܰܝܟ ܬܰܓܳܪ̈ܶܐ ܟܰܫܺܝܪ̈ܶܐ. ܢܚܶܬ̣ܘ̱ ܣܳܗܕ̈ܶܐ܇ ܠܰܐܓ̣ܽܘܢܳܐ ܕܣܳܗܕܽܘܬ̣ܳܐ. ܘܶܐܫܰܕܘ̱ ܠܰܕܡܳܐ܇ ܕܨܰܘܪ̈ܰܝܗܽܘܢ. ܕܢܶܬ̣ܬܰܓܪܽܘܢ܇ ܝܽܘܬ̣ܪ̈ܳܢܶܐ ܪ̈ܽܘܚܳܢܶܐ. ܚܰܝ̈ܶܐ ܒܡܰܘܬܳܐ܇ ܚܰܠܶܦܘ̱ ܗ̱ܘܰܘ. ܐܳܦ ܒܰܢܝ̈ܳܚܶܐ ܐܽܘܠܨ̈ܳܢܶܐ. ܐܰܚܶܒܘ̱ ܡܰܘܬܳܐ܇ ܚܠܳܦ ܚܰܝ̈ܶܐ. ܕܠܐ ܡܩܰܘܶܝܢ܇ ܘܗܳܐ ܡܕܰܝܪܺܝܢ ܒܡܰܠܟܽܘܬ̣ܳܐ. ܗܘܰܘ ܠܶܗ ܙܡܺܝ̈ܢܶܐ܇ ܠܒܰܪ ܡܰܠܟܳܐ. ܘܰܚܕ̈ܽܘܓ̣ܶܐ ܨܒܺܝ̈ܥܰܝ ܒܰܕܡܳܐ. ܘܗܳܐ ܒܥܺܐܕܰܝ̈ܗܽܘܢ܇ ܩܳܥܶܝܢܰܢ. ܘܳܐܡܪܺܝܢܰܢ܇ ܡܳܪܶܐ ܟܽܠ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܳܟ܀